Verdubbeling Nederlandse spooroverlast in van 2013-2019 – RIVM 2021
Het RIVM heeft in 2021 onderzocht hoeveel hinder er wordt ervaren van trillingen van het treinverkeer (en hier vorig jaar over gerapporteerd aan de staatssecretaris en de Tweede Kamer). Uit het kaartje hiernaast blijkt dat langs ons spoor-tracé, overlast van trillingen tot op 300m van het spoor te merken is.
Lees hier het nieuwsbericht van het RIVM uit 2023.
Lees hier het nieuwsbericht van het RIVM uit 2021.
Ook het percentage omwonenden met ernstige slaapverstoring door trillingen van reizigerstreinen, verdubbelde sinds 2013: van 6 naar 11%
Het lastige bij spoortrillingen is dat wettelijke normen ontbreken, in tegenstelling tot geluidhinder waarvoor wél wettelijke normen bestaan. Het RIVM adviseerde in hun rapport om elke 5 jaar trillingsoverlast te onderzoeken om meer kennis hierover op te doen. En uit onze contacten met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat ook zij heel geïnteresseerd zijn in gegevens over overlast van treinverkeer.
Passerende treinen oefenen via de rails druk uit op de ondergrond, waardoor trillingen in bodem ontstaan. Deze trillingen kunnen bij de omwonenden leiden tot irritatie, boosheid en een gevoel van onbehagen. Ook kunnen de trillingen ertoe leiden dat mensen wakker worden of moeite hebben om in slaap te komen. In Nederland liggen ongeveer 845.000 woonadressen binnen 300 meter van het spoor. Hier wonen circa 1.347.400 mensen van 16 jaar en ouder. Om de situatie te kunnen vergelijken met 2013, deed het RIVM dit (vragenlijst-) onderzoek weer op dezelfde 3.500 adressen binnen 300 meter van het spoor.